We zijn vandaag 14 dagen in New Zealand. We genieten van al het heerlijks dat het land biedt. We geven onze ogen flink de kost maar vergeten zeker niet de monden. Dus vanmorgen, het is koud als we opstaan, lopen we naar de bus. En op mijn vraag “waar zijn de sleutels van de camper” volgt het antwoord “op een steen bij de camping, als je even doorloopt kun je ze daar vinden en op tijd terug zijn voor de bus”. Toch heeft dat hardlopen wel wat, misschien eens vaker doen! Later hoor ik dat het een gezonde manier is om gewicht kwijt te raken…..
In Dunedin vinden we poloshirts, een nieuwe koffiepot en overhemden. Tineke heeft een first als we gaan koffie drinken bij Starbucks. We lopen naar het station en nemen de trein naar Waitati. Een duur ritje van 90 minuten langs de noordkant van de baai, een baai die we via de zuidkant al meerdere malen gezien hebben. Maar ja, het is wel een trein! Een soort van Rail Away in het klein.
We zijn om 5 uur terug bij de camper en besluiten naar de albatrossen te gaan kijken. De albatroskolonie ligt 12 km verderop via de smalle weg vlak langs het water. Je kunt de vogels al vanaf het parkeerterrein zien vliegen. Het waait behoorlijk, voor de albatros zoiets als een lentezonnetje voor ons. Lekker genieten van de wind. Op de kolonie zitten op dit moment vooral jonge vogels die teruggekomen zijn van een reis van 5 jaar de wereld rond, die nog geen nageslacht hebben. En een paar kuikens, wachtend op eten van een van de ouders.
Het regent en waait hard terwijl we de volgende etappe voorbereiden. Morgen veel kilometers want we willen in Te Anau aankomen.